Johannes Hubertus Philips werd geboren op 14 april 1875 te “Gebösjelke” onder de rook van Bekergenhout (Beek) als vierde kind uit een serie van 10 kinderen uit het huwelijk van Jan Hendrik Philips en Maria Mechtildis Kerckhoffs. Van die tien kinderen stierven er 4 kort na hun geboorte en groeiden er 6 op. Naast Hoebér waren dit Tant Marie. Zij bewoonde met haar echtgenoot een boerderij genaamd “Pannenhuiske” te Heer bij Maastricht. Verder noonk Sjang. Noonk Sjang was wagenmaker van beroep. Noonk Pieter, hij was “sjriever” bij de Boerenleenbank van Beek, tant Betje, de moeder van Sjang van Lovenjoul en tant Fiena, gehuwd met de aannemer Bogman uit Geleen, de moeder van de “Boekmenkes”.
In het gezin van opa werd het leren van een vak als belangrijk beschouwd. opa werd smid, Sjang leerde het vak van wagenmaker en Pieter werd administratief medewerker.
Maria Helena Catharina Baggen werd op 19 december 1877 als vierde kind in een vooraanstaand groot boerengezin in Doenrade (Oirsbeek) geboren. Naast haar waren er nog de volgende meisjes Marie, Tonia, Liza en Gonda. Zij had 6 broers, Tinus, Leo, Leopold, Sjang, Zef en Paulus. De twee kinderen tussen Tinus en oma stierven jong. Leopold was juwelier in Heerlen aan de Saroleastraat en woonde aldaar met Tonia. De juwelierszaak werd later voortgezet door Sjang Willems, een zoon van Gonda. Paulus was slechtziend/blind. Noonk Tinus, ook wel genoemd noonk Sikkene was getrouwd met Tant Antje. Zij waren de ouders van oa Sjeng, Joep, Puil, Vic, Nieke. Leo was getrouwd met Leonie en was fruithandelaar. Zij woonden in Sittard nabij het station. Liza was getrouwd met Mathieu Limpens en woonde aan de Breinder te Schinnen. Gonda was getrouwd met Zef Willems. Hun kinderen waren oa Harie, Sjang, Mia, Zef, Sjarel. Zef had een slagerij aan de Sittarderweg in Heerlen. Hij trouwde met Tiny Vaessen uit Valkenburg. Zij kregen 2 dochters, Jeanne en Vicky. Vicky woont nu nog in Bingelrade. Marie trouwde met haar neef Constant Diederen en woonde samen met haar broers Paulus en Sjang op de boerderij. Marie en Constant kregen 4 kinderen, Tinus, Arnold, Rosa en Lena.
Het was in het huis van Zef waar opa en oma de eerste jaren van hun huwelijk doorbrachten. Hun oudste kind Harie werd daar geboren.
Op 16 november 1900 trouwden opa en oma en gingen in Heerlen wonen aan de Sittarderweg, het huis waar later noonk Zef zijn slagerij zou vestigen. Opa was 25 jaar en oma 22 jaar. Het was in die tijd nog gebruikelijk dat de bruid snel na het huwelijk zwanger werd en bij opa en oma gebeurde dit dus ook. Ruim 9 maanden na hun huwelijk, “rech van de beddeplank”, werd Harie geboren. Opa was als smid betrokken bij de aanbouw en het boren van de schacht van de Oranje-Nassau I in Heerlen. Naderhand verhuisden zij naar Thull en gingen wonen in het huis waar later Fer Keulen en nog later oliehandel Keulen zich vestigden. Hun zonen Zef en Sjeng werden daar geboren. In 1906 bouwden zij hun smederij annex café op de hoek van Kathagen en Thull te Vaesrade. Later kwam daar nog een benzinepomp bij. Deze pomp heeft tot kort na de Tweede Wereldoorlog dienst gedaan. In dit huis werden hun dochters Marieke, Tonia en Fieneke geboren. Fieneke stierf jong aan de gevolgen van kanker.
De combinatie smederij/café bleek een gouden greep. Als de boeren hun paarden naar de smidse leidden om te worden beslagen konden ze bij oma in de gelagkamer hun tijd doden met een dröpke, elske en een praatje. Opa vergat zijn plichten als dorpsgenoot en goed katholiek niet. Jarenlang is hij kerkmeester geweest. Aan die periode herinnert nog een glas-in-lood raam in de kerk, geschonken door de familie Philips – Baggen. De voorstelling is die van Jesus lopend op het water en staat op het altaar uiterst links. Korte tijd voor hij zijn 25-jarig jubileum als kerkmeester zou vieren bedankte opa en trad af. Hij was geen liefhebber van persoonlijke aandacht voor zijn persoon.
![]() |
oma met haar dochters Marieke en Tonia. Naast oma staat de “maat” |
.
Het gezin leefde en werkte in Kathagen. In het gezin was een dienstmeid. Deze heette Nelia. Nelia scheen nogal losse handjes te hebben wat Zef tot de uitspraak bracht: “wet mam wat doa gebuurt”? Sjeng noemde haar Neel-Peel. Toen Harie trouwde met Tiny Janssen werd een nieuw huis gebouwd naast de smederij. Hun eerste kinderen werden er geboren. Opvallend is dat het huis naast de smidse “onge” werd genoemd en het huis bij de smidse “boave”. Na het overlijden van oma verhuisden Harie en Tiny naar het huis bij de smidse en trokken in bij opa en Sjeng. Het huis naast de smidse werd verhuurd tot Sjeng en Bertha er in 1946 na hun huwelijk gingen wonen met opa. Toch bewaarde opa zijn beste herinneringen aan het huis bij de smidse. Zo liet hij zich eens in een onbewaakt ogenblik ontvallen:”Hie höb ich veul mit mam gevoorwerkt”.
Vroeger had je naast de verplichte feestdagen als Kerstmis ook onverplichte feestdagen. Ik noem de Mariadagen, sacramentsdag enz. Zo’n onverplichte feestdag noemde opa “enne have zöndig”. Dan werd een oud-zondags pak aangetrokken en werd naar de kerk gegaan. Een heel belangrijke halve zondag was 25 november. Dan was het naamfeest van Catharina en zou oma haar namesdaag hebben gevierd. Voor opa was dit een gelegenheid om een mis te laten lezen voor de levende en overleden leden van de familie Philips – Baggen. Het is ook wel eens gebeurd dat opa op zo’n halve zondag zonder bericht verdween. Later kwam er een telefoontje van Karel Spits uit Valkenburg dat Sjeng zijn vader kon komen ophalen. Uiteraard was 3 november ook een halve zondag, dan vierde opa zijn namesdaag, maar dan voor de kleinkinderen.
Zijn laatste 20 jaar woonde opa in bij Sjeng en Berta. Hij hielp Sjeng bij het bedrijf en verrichtte hand- en spandiensten. Hij was gewend om vroeg op te staan. Om half zes bij het krieken van de dag maakte hij zijn ontbijt klaar, sjpek en eier in de pan. Een ontbijt een smid waardig. Aanmaakhoutjes voor de kachel , huitjes vuur Bertha, werden gemaakt. Naar de WC ging opa niet, alles ging op de “sjöp”en daarna in de gaard. Op het bedrijf werd groot ijzer klein gesneden. Later kwam Felix in de leer bij opa en Sjeng. Opa voelde zich niet oud, ook niet toen hij 90 jaar werd. Op de opmerking van Harie:”Pap, zot ger neet noa et bejaardehoes wille”antwoordde hij:”Wat mot ich bie die auw luuj”. De huizen onge en boave bestaan nog steeds maar zijn niet meer in het bezit van de familie Philips. Als zoon van het platteland kende opa natuurlijk ook de laxerende werking van diverse vruchten. Zo zei hij eens van pruimen:”die haute zich neet lang op”. Op de plaats waar Sjeng vroeger zijn wirkes had is thans een huis gebouwd. Het huis met de smidse staan ook in het fotoboek van Vaesrade. Oma overleed op 28 oktober 1937 en opa op 9 januari 1966. Opa en oma zijn begraven op het kerkhof te Vaesrade. Het graf bestaat nog steeds.
Beste Noël,
BeantwoordenVerwijderenIK zal mij even voorstellen. Ik ben Paul Baggen uit Sittard. Zoon van Joep( Zef) en kleinzoon van Tinus
Baggen uit Doenrade. Onze grootouders waren broer en zus, Tant Trieneke Philips was een zus van Florentinus Baggen. Sedert vele jaren heb ik besteed aan het bestuderen van onze familiegeschiedenis BAGGEN en aanverwante takken. Met veel plezier heb ik jullie familieboek gelezen, heel veel herken ik hierin van vroeger tijdens bezoekjes in Met mijn vader Joep in Voasje, en Awstroa. Graag zou ik eens met jou in kontakt komen om te bezien of we samen nog wat kunnen toevoegen aan onze familie geschiedenissen. Felix heb ik vorig jaar nog eens getroffen in Oud-Rekem waar we gezamelijkng een biertje hebben gedronken, dat was erg gezellig. Ik hoop spoedig wat van je te horen. Groeten, Paul van Nónk Joep Baggen
Beste Paul, ik wil graag contact met je opnemen maar daarvoor heb ik je mail adres nodig. Zou je een mail bericht willen sturen info@nuthvantoen.nl
VerwijderenDank je wel alvast